binnen een woordgoep kan verwisselen, heeft hij problemen om een zin te produceren die verwisseling van de grammaticale informatie tussen woordgroepen onderling.
2. Hypothesis Ruimte Hypothesis Space
De verwerkingshiërarchie staat vast en geeft de vaste volgorde van de ontwikkeling van de T2-kennis. De leerder moet de volgorde volgen. Tegelijkertijd geeft de
verwerkingsprocedure die zich ontwikkelt in ieder stadium een kleine vrijheid aan de leerder om de grammatica van T2 te bouwen. Hypothesis Ruimte verbindt de strakke
verwerkingshiërarchie en de vrijheid bij de leerders om zijn eigen weg te zoeken in ieder stadium, zodat hij een oplossing kan vinden voor zijn probleem Pienemann
2007: 141. In stadium 3 de procedure van de nominale groep kan de grammaticale informatie
verwisseling alleen binnen een woordgroep plaats vinden. Daardoor kan de leerder in het stadium geen grammaticale structuur verwerken die zich boven de procedure van
de nominale groep bevindt, bijvoorbeeld de congruentie tussen het onderwerp en de persoonsvorm stadium 5. De T2-leerder mag zijn eigen weg volgen. Zo produceert
hij verschillende gevarieerde tussentalige structuren. In de volgende voorbeelden ziet men tussentaal Engels als T2 Pienemann 2007: 141:
3 Where he been? Waar hij geweest?
4 Where has been? Waar is geweest?
5 Where he has been? Waar hij is geweest?
6 He has been where? Hij is geweest waar?Hij is waar geweest?
De taalleerder probeert zijn eigen weg zoeken om de positie van het hulpwerkwoord van tijd te plaatsen in vraagzinnen met een vraagwoord, omdat hij zich nog bevindt in
stadium 3, maar hij is genoodzaakt de zin te produceren door de communicatieve behoefte. In voorbeeld 3 tot en met 6 haalt de taalleerder iets weg of gebruikt
tussentalige structuren om verwisseling van een zinsdeel tussen woordgroepen te vermijden. Het is een boeiende vraag of de structuren zich ook in de tussentaal
Nederlands voordoen. De leerders van het NT2 zullen meer tussentalige structuren produceren omdat het Nederlands twee vormen van het hulpwerkwoord van tijd kent,
namelijk hebben en zijn. Als ze eerder het Engels kent, wordt het hulpwerkwoord hebben
de basis.
3. Grammaticale Informatie Verwisseling en Feature Unification