Aanbevelingen Impact van de inkanteling van academische hogeschool-

In miljoen euro Krediet VRK Herv Over- Totaal Uitvoering Uitvoering na 1BC 2013 2013 drachten krediet 2013 2012 excl overlow DAB 0,58 - - - 0,58 0,41 70 0,42 GBF DAB CICOV 0,58 - - - 0,58 0,41 70 0,42 Rechtspersonen 2.964,37 - - - 2.964,37 2.962,80 100 2.913,39 binnen consolidatie VAPH 1.395,53 - - - 1.395,53 1.390,07 100 1.448,04 Kind en Gezin 668,83 - - - 668,83 661,24 99 640,57 FJW 362,56 - - - 362,56 366,37 101 349,61 Vlaams Zorgfonds 341,62 - - - 341,62 350,47 103 337,84 VIPA 195,83 - - - 195,83 194,65 99 137,34 Departement WVG De uitgaven van het departement stegen, exclusief overlow, met 244,6 miljoen euro tot 2.895,3 miljoen euro, voornamelijk door: • De stijging van de interne stromen met 218,3 miljoen euro. • De daling van de toelage aan het Vlaams Zorgfonds met 6,9 miljoen euro. • De stijging van de uitgaven in het kader van welzijnswerk artikel GB0-1GCD2D-WT met 6,6 miljoen euro, vooral door indexatie 2,1 miljoen euro en anciënniteit 0,2 miljoen euro bij de Centra voor Algemeen Welzijnswerk, het uitbreidingsbeleid voor preventieve woon - begeleiding 1,5 miljoen euro, inclusieve ondersteuning voor personen met een handicap 0,5 miljoen euro, de toegekende VIA-4 middelen 1,0 miljoen euro en overhevelingen 0,6 miljoen euro. • De stijging van de uitgaven voor het Vlaams Intersectoraal Akkoord artikel GB0-1GCD2E- WT met 29,9 miljoen euro. In 2012 bleven deze uitgaven beperkt tot 3,8 miljoen euro. In 2012 was alleen het akkoord voor de private sector afgesloten. In 2013 kwam daar het ak - koord voor de publieke sector bij. Het akkoord in de private sector voorzag in een jaarlijkse verhogingen van de bedragen. Bovendien worden de middelen voor de intersectorale maat - regelen voor sociale maribel sinds 2013 geregeld met de sectorale sociale maribelfondsen. Door deze elementen namen de bijdragen voor de uitbouw van de tweede pensioenpijler in 2013 toe met 4 miljoen euro tot 6,7 miljoen euro. De uitgaven voor de intersectorale maat- regelen voor de private sector namen in 2013 toe met 2,8 miljoen euro tot 3,4 miljoen euro. In 2013 ging 13,6 miljoen euro subsidies naar de openbare sector en 5,2 miljoen euro naar de uitvoering van de intersectorale maatregelen voor de sociale maribelfuncties uit VIA3 en VIA4 zie punt 9.6. De opgelegde besparingen deden de loonkosten bij het departement dalen tot 12,6 miljoen euro, ondanks indexering, vergrijzing en de uitvoering van het sectoraal akkoord. Een aantal gepensioneerden werd niet vervangen of vervangen door jongeren met een lager loon. De integrale jeugdhulp werd geleidelijk overgeheveld naar het agentschap Jongerenwelzijn. Het aantal tewerkgestelde VTE daalde van 208 eind 2012 tot 201 eind 2013. Het departement liet in 2013 2,2 miljoen euro ongebruikt. REKENINGENBOEK OVER 2013 REKENHOF, OKTOBER 2014 VLAAMS PARLEMENT STUK 36 2014-2015 – NR. 1 121 Agentschap Jongerenwelzijn De uitgaven van het agentschap Jongerenwelzijn nemen in 2013 toe met 4,0 miljoen euro. De belangrijkste kosten, de loonkosten, stegen met 2,9 miljoen euro 4,9 door de index 1,4 miljoen euro, de uitvoering van het sectoraal akkoord 0,6 miljoen euro, de aanwerving van 24 bijkomende consulenten hulpverlener overeenkomstig de werklastnorm 0,6 miljoen euro, de overheveling van personeelsleden van het departement 0,2 miljoen euro en de vergrijzing 0,2 miljoen euro. Het aantal VTE steeg van 1.173 tot 1.201. Vlaams Agentschap Zorg en gezondheid De uitgaven stegen met 74,2 miljoen euro tot 845,9 miljoen euro. Vooral de uitgaven voor thuis- en ouderenzorgbeleid GE0-1GDD2F-WT 176 en ouderenzorgbeleid GE0-1GDD2H- WT stegen, samen met 64,2 miljoen euro, door indexering, de besteding van de VIA-4 mid- delen, het hogere urencontingent in de thuiszorg, en vooral de laag berekende voorschotten voor de thuiszorg in 2012 177 en de lage in 2012 uitbetaalde subsidiesaldo’s voor 2011. Kleinere uitgavenstijgingen waren er bij het beleid van ziekenhuizen en de geestelijke gezondheids - zorg door indexeringen, VIA-4-middelen en weddendrift 3,2 miljoen euro en het preven- tieve gezondheidsbeleid door de index, 1,1 miljoen euro bijkomende middelen voor de start van dikkedarmkankeronderzoek en de late start van een aantal eind 2012 vastgelegde projec - ten 3,4 miljoen euro. Eind 2013 heeft het VAZG 1,6 miljoen euro projecten vastgelegd die pas in 2014 zullen starten, zodat het verefeningskrediet 2013 niet werd overschreden. Een overschrijding was er wel voor het begrotingsartikel GE0-1GDD4E-WT werking en toelagen – preventief gezondheidsbeleid met 1,4 miljoen euro doordat het RIZIV de inkomsten 2012 voor het HPV-vaccin pas in 2014 aan de Vlaamse overheid stortte. Het agentschap heeft des- ondanks in 2013 de HPV-vaccinatie normaal uitgevoerd. VIPA Het VIPA heeft zijn uitgaven vrij correct ingeschat. Het boekte een overschot van 1 miljoen euro. Dat bracht het overgedragen saldo op 44,5 miljoen euro. De uitgaven voor de klassieke inanciering namen af met 6,7 miljoen euro tot 39,9 miljoen euro, terwijl die voor alter- natieve inanciering stegen met 64,0 miljoen euro tot 154,6 miljoen euro. De openstaande verbintenissen in de klassieke inanciering daalden in 2013 met 7,9 miljoen euro tot 94,5 mil- joen euro doordat ziekenhuizen, woonzorgcentra en personen met een handicap de voorbije jaren alternatief geinancierd werden. Eind 2013 brachten de principiële akkoorden die al een aanvangsbevel van de werken kenden 179,9 miljoen euro jaarlijkse inanciële verplichtingen mee 178 . Daarbij kwam nog ongeveer 9 principiële akkoorden die nog op een aanvangsbe- vel wachtten. De waarborgen op leningen in de klassieke en alternatieve inanciering namen toe met 523 miljoen euro, tot 2.234,6 miljoen euro, door enkele grote ziekenhuisdossiers. De totale reserve van het waarborgfonds steeg met 4,3 miljoen euro, tot 18,2 miljoen euro. Daartegenover staat dat het VIPA voor bijna 15 van het openstaande bedrag gewaarborgde 176 De begrotingsaanpassing verminderde de verefeningskredieten met 10 miljoen euro. Het Rekenhof uitte bij de aange- paste begroting twijfels bij deze besparing. In december verhoogden herverdelingen het verefeningskrediet weer met 5,6 miljoen euro. Uiteindelijk bleef 1,1 miljoen euro ongebruikt. 177 Pp basis van werkingsjaar 2011 waarin de invulling van het urencontingent laag was. 178 De gebruiksvergoeding is 1 jaar na het bevel van aanvang van de werken opeisbaar en wordt voor 20 jaar toegekend.