Subsidiëring van de lagere besturen

de NMBS Holding. Het boekte voor deze investeringen in de spoorweginfrastructuur ook 20 miljoen euro facturen. In 2013 ging 37,6 miljoen naar investeringen in en buitengewoon onderhoud van de zeehavens en de maritieme toegangswegen. Het VIF legde daarvoor ook 96,7 miljoen euro vast, waarvan 62,6 miljoen euro voor de Antwerpse haven, 10,3 miljoen euro voor Gent, 10,1 miljoen euro voor Oostende, 7,5 miljoen euro voor Zeebrugge en het resterend gedeelte voor havenoverschrijdende investeringen, onderhoud en studies. De havens ontvin- gen samen nog 8,4 miljoen euro subsidies voor investeringen aan haveninterne basis- en uit- rustingsinfrastructuur en 15,4 miljoen euro subsidies voor, onder meer, het onderhoud en de exploitatie van de sluizen, kanaaldokken en zwaaikommen. Voor het geïntegreerd kustbeheer en werken in het kader van het masterplan Kustveiligheid betaalde het VIF 19,3 miljoen euro en legde het 31,3 miljoen euro vast, vooral voor zandsuppletieprojecten en strandonderhoud. In 2013 betaalde het VIF ten slotte ruim 3 miljoen euro verwijlintresten, 0,1 miljoen euro meer dan in 2012. DAB Loodswezen De uitvoeringsrekening van de DAB Loodswezen vertoonde eind 2013 een over te dragen te- kort van 12,4 miljoen euro, het resultaat van het overgedragen tekort uit 2012 9,7 miljoen euro en het jaartekort 2,7 miljoen euro. Eind 2013 had de DAB weliswaar bijna 6 miljoen euro openstaande vastgestelde rechten en 12,6 miljoen euro op zijn bankrekening, maar hij had ook nog 53,1 miljoen euro te betalen facturen. Dat resulteerde uiteindelijk in een werkelijk tekort van 32,2 miljoen euro. Dat aanzienlijke tekort kwam niet tot uiting in de uitvoeringsre- kening 2013. De aanzienlijke betalingsachterstand is nog altijd het gevolg van de daling van de inkomsten door de traiekdaling sinds 2009 ingevolge de economische crisis. De Lijn De Lijn besteedde 529,7 miljoen euro aan algemene werkingskosten, 13,1 miljoen euro meer dan in 2012, door een toename van de beschikbaarheidsvergoedingen in het kader van het Masterplan Antwerpen met 4,7 miljoen euro; de stijging van de kosten voor consultancy, ter beschikking gesteld personeel en uitzendkrachten met 3,2 miljoen euro; 2 miljoen euro meer kosten voor onderhoud en huur van activa en 1,9 miljoen euro meer publiciteitskosten voor de stadsbelevingscampagne. Het totaal aantal afgelegde kilometers daalde met 2,8, ter - wijl het geraamde reizigersverlies slechts 0,8 bedroeg. Het gemiddelde brandstofverbruik van de bussen in eigen beheer steeg licht door de strenge winter en meer ritten met gelede bussen. De kosten voor exploitanten stegen met 0,7 door kwalitatieve verbeteringen in het leerlingenvervoer. De personeelsuitgaven van De Lijn bedroegen 476 miljoen euro. Zij namen toe met 1,3 mil- joen euro ten opzichte van 2012 door, onder meer, een indexoverschrijding. Tegenover de aan - gepaste begroting daalden zij met 10,2 miljoen euro door een vermindering van het perso - neelsbestand met 89 VTE. De Lijn verefende 177,7 miljoen euro investeringen, 0,6 minder dan begroot en 43,3 miljoen euro meer dan in 2012. De grootste ervan betrofen werken aan gebouwen, aankopen van lagevloertrams en de implementatie van het nieuwe registratie-, ticketing- en boordcomputersysteem Retibo op de voertuigen van De Lijn. De Lijn sloot 2013 af met een budgettair overschot van 35,3 miljoen euro en bracht het over te dragen tekort zodoende op 47,5 miljoen euro. REKENINGENBOEK OVER 2013 REKENHOF, OKTOBER 2014 VLAAMS PARLEMENT STUK 36 2014-2015 – NR. 1 203 De Scheepvaart en Waterwegen en Zeekanaal De Scheepvaart verefende in 2013 58,1 miljoen euro investeringen, 36,2 miljoen euro min- der dan in 2012, toen het agentschap de Noorderlaanbrug overnam. De strategische investe- ringsprojecten van DS kregen in 2013 verder vorm: de verruiming van het Albertkanaal tussen Antwerpen en Wijnegem en het project van de brugverhogingen. DS sloot 2013 af met een negatief begrotingssaldo van 48,3 miljoen euro en bracht het over te dragen overschot daar - mee op 14,1 miljoen euro. Waterwegen en Zeekanaal verefende 116 miljoen euro investeringen, 5,2 miljoen euro meer dan in 2012, maar 17 minder dan gebudgetteerd, vooral door weerverlet. Het boekte in 2013 een negatief begrotingsresultaat van 53,35 miljoen euro en verminderde zijn over te dragen gecumuleerd overschot tot 52,87 miljoen euro. De begrotingstekorten van Waterwegen en Zeekanaal en De Scheepvaart zijn veroorzaakt door de intering op het overgedragen begrotingssaldo voor de inanciering van de investeringen. BAM De BAM verefende 19,1 miljoen euro investeringen, 3 miljoen euro meer dan in 2012, waarvan 4,8 miljoen euro voor studies, 8,6 miljoen euro voor het spoorbruggenproject en 3,8 miljoen euro voor investeringen van Brabo 2. De investeringsuitgaven lagen 41 lager dan begroot. Het uitstel van de goedkeuring van de plan-MER voor de Oosterweelverbinding tot februari 2014 gaf uit voorzichtigheidsoverwegingen aanleiding tot een daling van uitgaven voor studies en grondverwervingen. De BAM sloot haar uitvoeringsrekening af met een positief resultaat van 7,6 miljoen euro en bracht het over te dragen overschot op 15,1 miljoen euro.

14.3 Controles en controlebevindingen

Ministerie en VIF Het Rekenhof voerde in de loop van 2013 transactiecontroles uit voor de ontvangsten en uit - gaven van het ministerie, en controleerde ook de jaarrekening 2013 van het VIF, gelet op het budgettaire belang van deze DAB. Uit de rekeningencontrole 2012 van het VIF bleek al dat de overlowkredieten voor de pro- gramma’s MG haven- en waterbeleid en maritieme toegang en MH wegen en verkeer niet volstonden om alle facturen of prestaties van 2011 of vroeger aan te rekenen, en dat het VIF in 2013 nog facturen aanrekende die verbonden waren aan 2012 327 . Ook in 2013 rekenden het ministerie en het VIF een aanzienlijk aantal transacties laattijdig aan, o.m. uitgaven voor over - heidsopdrachten 328 . Daardoor schoof een gedeelte van de uitgaven door naar het volgende begrotingsjaar en was de leveranciersschuld in werkelijkheid structureel hoger dan uit de re - keningen blijkt. Het ministerie en het VIF rekenden in het eerste kwartaal 2014 voor het pro - 327 Rekeningenboek over 2012, controlebevindingen Mobiliteit en Openbare Werken Stuk 36 2013-2014 – nr. 1, p. 184. 328 Overeenkomstig het rekendecreet van 8 juli 2011 moet elke verrichting nochtans zonder uitstel, getrouw, volledig en naar tijdsorde geboekt worden en aan het boekjaar waarin ze zich voordoet gehecht worden. Ook de budgettaire aanrekening moet gebeuren volgens het begrotingsjaar waarop de prestaties betrekking hebben. gramma MG respectievelijk ongeveer 0,7 en 5,9 miljoen euro aan met betrekking tot 2013 en vroeger. Voor het programma MH was dat respectievelijk ongeveer 7,9 en 30,4 miljoen euro. Dat betekent weliswaar al een verbetering, aangezien zij in 2013 nog 9,7 miljoen euro op het programma MG en 63,6 miljoen euro op het programma MH aanrekenden voor 2012 of vroe - ger. Deze problematiek is verder uitgediept in punt 12.5 329 . De Vlaams minister van Financiën en Begroting heeft op 14 augustus 2014 gemeld dat het VIF de uitgaven vanaf 2015 tijdiger zal kunnen aanrekenen door e-delta en e-invoicing. De transactiecontroles bij het ministerie brachten enkele tekortkomingen aan het licht. Zo betaalde het ministerie een gemeente ongeveer 1,1 miljoen euro subsidies uit voor werken aan een overgenomen gewestweg, terwijl de kostprijs van deze werken volgens de oferte 0,9 mil- joen euro bedroeg 330 . Voorts bestaat er onduidelijkheid over de hoogte van de vergoedingen die het Vlaams Gewest betaalt aan de havens voor de instandhouding, het onderhoud en de exploitatie van zeesluizen in het havengebied. De kosten die het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen rapporteerde aan het Vlaams Gewest lagen immers veel hoger dan de maximum - prijs die volgens een doelmatigheidsstudie steunt op het product van een te indexeren prijs per ton droge stof en een maximaal volume waarvoor een vergoeding kan bekomen worden. Dat maximum ligt momenteel hoger dan de marktprijs. Het uitblijven van een beslissing hier- over, die belangrijke inanciële gevolgen kan hebben, zorgt voor onzekerheid over de te ver- wachten vergoedingen. Tijdens de controle van een uitgaventransactie voor investeringen in installaties met verkeers - lichten door de afdeling Elektromechanica en Telematica, stelde het Rekenhof vast dat oude vastleggingen verbonden aan het bestek voor deze investeringen voor aanzienlijke bedragen bleven openstaan. De administratie verklaarde dat enerzijds doordat een aantal betalingen langs het FFEU verliepen en anderzijds doordat in het verleden niet alle inkooporders in Delta werden geregistreerd, zodat de huidige projectingenieurs geen duidelijk zicht hadden op de nog openstaande vastleggingen. Het risico bestaat dus dat deze tekortkoming zich ook mani - festeert in andere, gelijkaardige dossiers uit die periode. Het Rekenhof heeft de magazijnrekeningen 2009 tot heden van het Waterbouwkundig Labo en van Wegen en Verkeer Antwerpen – district Geel – nog altijd niet ontvangen. Regionale luchthavens Op vraag van het Vlaams Parlement onderzocht het Rekenhof de concessieovereenkomsten tussen de publieke luchthavenontwikkelingsmaatschappijen in oprichting en de private luchthavenexploitatiemaatschappijen voor de uitbating van de regionale luchthavens van Antwerpen en Oostende en de geraamde kostprijs 331 . 329 Het Rekenhof verwijst ook naar zijn rapport over het beheer van verrekeningen bij overheidsopdrachten door het agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust Stuk 37 2014 – nr. 1. 330 Volgens het toe te passen dienstorder is nooit meer dan het ofertebedrag verschuldigd. 331 Stuk 40 2013-2014 – nr.1 REKENINGENBOEK OVER 2013 REKENHOF, OKTOBER 2014 VLAAMS PARLEMENT STUK 36 2014-2015 – NR. 1 205 De Lijn Overeenkomstig het rekendecreet en het besluit van de Vlaamse Regering betrefende con- trole en single audit, steunde het Rekenhof voor zijn controle op de jaarrekening van De Lijn op de controles door de bedrijfsrevisor op de begrotings- en de bedrijfseconomische reke- ningen. De bedrijfsrevisor formuleerde geen voorbehoud, maar formuleerde een aantal toe- lichtingen 332 . De Lijn heeft ook 2013 in evenwicht afgesloten. Daarvoor bracht zij onder meer eenmalige efecten in rekening: • Zoals in 2011 en 2012, inancierde De Lijn ook in 2013 eigen investeringen voor klanten 2,5 miljoen euro met de concessievergoeding die zij van haar dochtervennootschap Lijncom vorderde wegens de beperkte voortgang in de uitvoering van de projectdiensten. • 4,5 miljoen euro meeropbrengsten van 2013 wees De Lijn toe aan toekomstige investerin- gen 333 . Zij paste de berekeningswijze aan het rekendecreet aan. • Het agentschap droeg 2,05 miljoen euro van de exploitatiedotatie over naar het volgende boekjaar voor de inanciering van kwalitatieve verbeteringen in het leerlingenvervoer, om zo te voldoen aan het matching principe. • De Lijn legde een voorziening van 5,25 miljoen euro aan voor haar herstructurering. De bedrijfsrevisor bij de nv Lijncom, dochteronderneming van De Lijn, heeft, zoals in de zes voorgaande jaren, een voorbehoud geformuleerd over de beperkte interne organisatiestruc - tuur van de nv, die het principe van functiescheiding niet altijd respecteert. De administra- tieve organisatie waarborgt evenmin voldoende de afgrenzing van de aankopen en verkopen en de volledigheid van de verschuldigde kortingen. Het Rekenhof dringt bij De Lijn, hoofd- aandeelhouder van nv Lijncom, aan dit te remediëren. De Vlaamse minister van Financiën en Begroting ging op 9 juli 2014 akkoord met de opmer- kingen van het Rekenhof dat de VVM het boekjaar in evenwicht kon afsluiten door onder meer enkele eenmalige efecten in rekening te brengen.. Het Rekenhof heeft ten slotte de besluitvorming en onderbouwing van tramprojecten door De Lijn onderzocht 334 . Het constateerde dat De Lijn niet aantoonde waarom de betrokken tramlijnen prioritair waren, noch dat de alternatieven voldoende waren onderzocht. Ook de voorbereiding van de projecten vertoonde tekortkomingen. Zo bracht De Lijn tijdens de uit- voering van studieopdrachten en de gunningsprocedure nog grote wijzingen aan, die aanzien - lijke kostprijsverhogingen meebrachten. Het auditverslag werd op 27 februari 2014 besproken in de parlementaire commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken. 332 Zij hebben in hoofdzaak betrekking op: de boekhoudkundige verwerking van pps-constructies, de entreevergoeding bij een pps-verrichting, leasing, niet uitbetaalde kapitaalsubsidies en bepaalde pensioenverplichtingen, de toelichting bij de jaarrekening en afwijkende waarderingsregels, de administratieve organisatie inzake inanciële rapportering en begrotingsopvolging, de voorraadinventarisatie, de afrekening van de exploitanten en de volledigheid van het contrac- tenbestand en de investeringen, het niet opstellen van een meerjarenbegroting en de rapportering over de beheers- overeenkomst. 333 De Vlaamse Regering stond de VVM op 16 februari 2007 toe de eigen meerontvangsten tegenover de ESR-ontvangsten van 2006 aan te wenden voor investeringsbehoeften. 334 Stuk 37-A 2013-2014 – Nr.1