REKENINGENBOEK OVER 2013
REKENHOF, OKTOBER 2014 VLAAMS PARLEMENT
STUK 36 2014-2015 – NR. 1
105
wijze ingevuld
151
. Tijdens het onderzoek van het Rekenhof in mei-juni 2014, beschikte de VUB nog niet over een ondertekende overeenkomst met de betrokken hogeschool. De UAntwerpen
had nog geen overeenkomst met één van de hogescholen doordat er nog geen overeenstem -
ming was over alle punten. In beide gevallen werd echter een afrekening 2013 gemaakt op grond van een ontwerpovereenkomst of principenota. Het is aangewezen dat de universitei
- ten uiteindelijk zorgen voor ondertekende overeenkomsten.
8.7.3 Rapportering in de jaarrekening 2013
De universiteiten rapporteerden in hun jaarrekening op verschillende wijze over de inkante- ling. Drie universiteiten zonderden de inkantelingsverrichtingen af. De UGent voerde een
afzonderlijke boekhoudafdeling geïntegreerde opleidingen in, waarin zij alle verrekeningen met de hogescholen opnam. De UAntwerpen en de KU Leuven namen in hun jaarrekening
een extra gedetailleerde rapportering op waarin zij het merendeel van de inkantelingsver
- richtingen afzonderden. Deze twee universiteiten namen bovendien in de inleiding van hun
jaarrekening een uitgebreide passage op waarin zij uiteenzetten hoe zij de efecten op hun balans en resultatenrekening hebben verwerkt. De UHasselt deed dat in mindere mate in de
waarderingsregels. Alle universiteiten vermeldden in hun jaarrekening bij de bespreking van de verschillende afdelingen in diverse mate van detail de eventuele impact van de inkanteling.
8.7.4 Werkingsuitkering
De Vlaamse overheid inanciert de werking van de hogescholen en universiteiten met de werkingsuitkeringen
152
. Zij bezorgde de werkingsuitkering voor 2013 nog volledig aan de ho -
gescholen. Aangezien de opleidingen en bijhorende kosten inkantelden op 1 oktober 2013, moest een verrekening plaatsvinden voor het vierde kwartaal. Deze verrekening verschilde
per universiteit door de vele instellingsspeciieke regelingen
153
. Zij werd meestal opgesplitst in drie luiken: personeel, infrastructuur en werkingsbudget opleidingen. De onderstaande para-
grafen bespreken de verrekeningen voor infrastructuur en opleidingen per universiteit
154
. Het luik personeel, veruit de belangrijkste kost, is afzonderlijk behandeld punt 8.7.6.
UAntwerpen Met de ene hogeschool heeft de UAntwerpen een afrekening gemaakt voor het opleidingsbud
- get samen met de deiscaliseringsmiddelen en de academiseringsmiddelen. De universiteit
kwam ook met de hogeschool overeen rekening te houden met de voorinanciering door de hogeschool. De afrekening benadeelde de UAntwerpen daardoor uiteindelijk met 0,1 miljoen
euro. Met de andere hogeschool sprak de UAntwerpen af dat zij beschikking kreeg over een vierde van het opleidingsbudget 2013 en de bijkomende academiseringsmiddelen. Zij boekte
151
Soms waren er een beperkt aantal overeenkomsten met veel afspraken, soms waren er veel overeenkomsten met bijzondere afspraken, soms bevatten bijlagen de afspraken.
152
Deze uitkering moet de gewone uitgaven voor onderwijs, onderzoek, maatschappelijke en wetenschappelijke dienst- verlening, de inanciering van investeringen, de abetaling van leningen en de administratie van de instelling dekken.
153
Soms is er een verrekening van de werkingsmiddelen met de deiscaliseringsmiddelen of met de academiseringsmid- delen, soms ook niet; de exploitatiekosten gebouwen krijgen soms een aparte verrekening; soms kan de inzapping
onderscheiden worden; …
154
De tekst bevat voor de leesbaarheid een aantal vereenvoudigingen.
daarvoor 2,0 miljoen euro bedrijfsopbrengsten 74-rekening. Voor de gebouwen werd geen afrekening gemaakt, omdat de kosten en opbrengsten bij de hogeschool blijven.
VUB De werkingsuitkering bleef volledig voor de hogeschool. Daarenboven vergoedde de VUB een
deel van de centraal beheerde werkingskosten, zoals nutsvoorzieningen en onderhoudscon -
tracten, en de departementaal beheerde werkingskosten 0,1 miljoen euro. UGent
De UGent kwam met de hogescholen overeen dat zij het saldo van de werkingstoelagen voor 2013 doorstortten. Dat bracht de UGent 0,6 miljoen euro op. De universiteit sprak ook een
regeling af voor de academiseringsmiddelen
155
, het aanmoedigingsfonds
156
en de deiscalise- ringsmiddelen. Samen leverde dat de UGent 2,0 miljoen euro op. De universiteit vergoedde de
hogescholen een deel van de exploitatiekosten van de gebouwen 1,3 miljoen euro.
UHasselt De hogeschool droeg de niet opgebruikte budgetten voor werking en investering integraal
en de indirectecentrale budgetten voor drie twaalfden over aan de UHasselt, die daarvoor in de afdeling werking 0,3 miljoen euro opbrengsten boekte. De hogeschool droeg ook het
eigendomsrecht van een gebouw over, samen met een vierde van het jaarbudget ervoor. De UHasselt boekte daarvoor ook de kosten in het laatste kwartaal. Voor de andere gebouwen
vond geen verrekening plaats. Daarbij was ook het UHasselt-gebouw waarin een ingekantelde opleiding werd gehuisvest en waarvan de kosten dus ten laste van de UHasselt waren, maar
de opbrengsten werkingsuitkering voor de hogeschool. Ten slotte betaalde de UHasselt een eenmalige vergoeding van 1,0 miljoen euro aan de hogeschool voor bepaalde vaste kosten die
de hogeschool in de periode 2014-2018 niet kan overdragen of reduceren, ondanks de integra- tie en de fusie. De universiteit nam dat bedrag als uitzonderlijke kosten op in de bedrijfseco-
nomische afdeling.
KU Leuven De KU Leuven maakte met elke hogeschool een afrekening van de werkingsmiddelen, het
aanmoedigingsfonds, de academiseringsmiddelen en de direct toewijsbare en indirecte kos -
ten inclusief personeelskosten ten laste van de werking van de hogescholen voor het vierde kwartaal 2013. Zij boekte het saldo in als schuld of vordering aan of op de hogeschool. Dit
betekende een positief saldo van 0,3 miljoen euro
157
.
155
Het gecumuleerde saldo van 2013 verminderd met de aan de academiseringsmiddelen toegewezen statutaire lonen werd aan de UGent overgemaakt.
156
Dit fonds voor de universiteiten en hogescholen moest de diversiteit en de gelijke kansen in het hoger onderwijs bevor- deren.
157
De opbrengsten en kosten in essentie de inschrijvingsgelden die slaan op het vierde kwartaal en de personeelskosten van de contractuelen m.b.t. de ingekantelde opleidingen die rechtstreeks in de boeken van de KU Leuven zijn beland,
vallen hier buiten. Deze kosten en opbrengsten leidden tot een negatief saldo meer uitgaven dan inkomsten van 0,4 miljoen euro.