Fonds voor de inanciering van de VMSW

BIJLAGE 2 Stand van uitvoering van de vroegere aanbevelingen De onderstaande tabel overziet de aanbevelingen die het Rekenhof formuleerde in zijn reke- ningenboeken over 2009, 2010, en 2011 en in zijn onderzoek van de aanpassing van de Vlaamse begroting voor 2012, van de initiële begroting en de aangepaste begroting over 2013. Enerzijds geeft de tabel de mate aan waarin het Rekenhof de aanbeveling als uitgevoerd beschouwt. Anderzijds geeft de tabel aan in hoeverre de betrokken ministers in hun recente beleidsbrie - ven informatie over de uitvoering van de aanbevelingen hebben opgenomen. De tweede tabel bevat ook een overzicht van de aanbevelingen uit het rekeningenboek over 2012 en van de initiële begroting over 2014. Weliswaar hebben de ministers voor deze recente aanbevelingen nog niet de kans gekregen informatie over de uitvoering ervan in hun beleids - brieven op te nemen maar volledigheidshalve neemt het Rekenhof deze informatie op. TABEL 1 – Aanbevelingen rekeningenboeken over 2009, 2010 en 2011 en onderzoek aanpassing be- groting 2012, initiële en aangepaste begroting over 2013 Uitg = uitgevoerd IU = in uitvoering OnVold = onvoldoende NmR = niet meer relevant ? = geen informatie Stand van uitvoering Informatie in beleidsbrief Uitg NmR IU ? Geen Vold. Onvold. Diverse beleidsdomeinen Jaarverslagen van de Vlaamse openbare rechtspersonen, rekeningenboek over 2008, Stuk 36-A 2009-2010 – Nr. 1 1 Het is raadzaam dat de Vlaamse Regering algemene in- structies uitvaardigt met betrekking tot de minimumin- houd, de vorm en de kwaliteit van de jaarverslagen, om de bruikbaarheid ervan als verantwoordingsdocument voor het Vlaams Parlement te verbeteren. Het wetboek ven- nootschappen en de richtlijnen inzake de jaarrapportering over de uitvoering van de beheersovereenkomst vormen in dat verband een nuttige referentie. Het Rekenhof beveelt aan dat het jaarverslag de volgende informatie bevat: X X - De agentschappen moeten verantwoording aleggen over de ingezette middelen, de geleverde prestaties en de behaalde beleidsefecten, en die resultaten ver- gelijken met de vooropgestelde doelstellingen in de begroting en de beheersovereenkomst. X X - De jaarrapportering over de uitvoering van de be- heersovereenkomst moet, al dan niet in verkorte vorm, in het jaarverslag worden geïntegreerd. X X - Over inanciële gegevens moet in het jaarverslag uni- former worden gerapporteerd. Een minimumvereiste is dat het jaarverslag toelichting geeft bij de uitvoe- ring van de begroting en bij het inancieel plan dat is opgenomen in de beheersovereenkomst, aangevuld met bedrijfseconomische informatie over de inan- ciële toestand en resultaten. X X - Het jaarverslag moet informatie geven over de aard, structuur en taakstelling van de organisatie, over haar missie, strategie en doelstellingen en over de externe omstandigheden die een belangrijke rol hebben ge- speeld. X X - Algemene informatie over het beleidsveld moet dui- delijk worden gescheiden van informatie over de wer- king van het agentschap. X X REKENINGENBOEK OVER 2013 REKENHOF, OKTOBER 2014 VLAAMS PARLEMENT STUK 36 2014-2015 – NR. 1 243 Uitg = uitgevoerd IU = in uitvoering OnVold = onvoldoende NmR = niet meer relevant ? = geen informatie Stand van uitvoering Informatie in beleidsbrief Uitg NmR IU ? Geen Vold. Onvold. Wetenschap Onderzoek en Innovatie Ontvangsten en uitgaven van het ministerie, rekeningenboek over 2011, Stuk 36 2012-2013 – Nr. 1 1 Bij beleidsvoorbereidend of beleidsrelevant onderzoek is het aangewezen de functies van wetenschappelijk ad- viseur, beleidsadviseur en vertegenwoordiger van belan- gengroepen duidelijk te onderscheiden. Het adviesproces moet bovendien een volledige belangendeclaratie en aandacht voor eventuele vooringenomenheid garande- ren. Het departement kan de onahankelijkheid van de beleidsevaluatie bewaken door bij de inschakeling van ex- terne expertise of consultancy de Principals for integrity in public procurement van de OESO te hanteren. X X IWT: beheer achtergestelde leningen rekeningenboek over 2011, Stuk 36 2012-2013 – Nr. 1 1 Het IWT moet maatregelen trefen voor een vlotte in- ning van de verleende kredietbedragen en de bijhorende intresten. Daarbij dient het duidelijke richtlijnen voor het debiteurenbeheer uit te vaardigen. Het moet de alos- singsschema’s nauwgezet opvolgen. Voorts dient het maatregelen te nemen om alle intresten correct te bereke- nen en de alossingen op te volgen. X X Bestuurszaken Ontvangsten en uitgaven van het Vlaams ministerie, rekeningenboek over 2011, Stuk 36 2012-2013 – Nr. 1 1 Het Agentschap voor Binnenlands Bestuur moet meer aandacht besteden aan de aanwending en verantwoording van subsidies voor originele en innoverende projecten. X X Vlaamse Rand Subsidies voor diverse initiatieven in de Vlaamse Rand, rekeningenboek over 2011, Stuk 36 2012-2013 – Nr. 1 1 De CVR moet enkele aspecten in haar richtlijnen voor de subsidiëring van lokale initiatieven in de Vlaamse Rand dui- delijker omschrijven of aanvullen, bv. wat de subsidiëring van kleine projecten voor een beperkt publiek in de facili- teitengemeenten betreft. X X 2 De CVR moet in haar beoordelingen van de aanvragen duidelijk aangeven of de aanvrager voldoet aan alle sub- sidievoorwaarden en de voorgestelde subsidiebedragen objectief motiveren, rekening houdend met subsidies van andere actoren in het Randbeleid. X X 3 De CVR dient voor alle steunvormen inhoudelijke wer- kingsverslagen en transparante inanciële verantwoordin- gen op te leggen, die zij ook daadwerkelijk moet controle- ren bij de afrekening. X X 4 De verschillende actoren van het Randbeleid dienen meer informatie met elkaar uit te wisselen en hun subsidies en ondersteuning op elkaar af te stemmen. X X Financiën en Begroting ESR-vorderingensaldo 2009 van de Vlaamse Gemeenschap, rekeningenboek over 2009, Stuk 36 2010-2011 – Nr. 1 1 Aangezien een begrotingsnormering die uitsluitend op het ESR-vorderingensaldo steunt, niet volstaat om de i- nanciële houdbaarheid van de overheidsinanciën op lange termijn te garanderen, moet de Vlaamse Regering ook de verbintenissen en de inanciering van participaties die de schuld doen toenemen, normeren in functie van hun budgettaire implicaties. Een Vlaamse begrotingsnorm zou overigens betrekking moeten hebben op alle entiteiten die deel uitmaken van de Vlaamse overheid. X 376 X 376 Deze aanbeveling blijft belangrijk: nog altijd wordt de begroting vrijwel uitsluitend gestuurd op grond van het ESR- vorderingensaldo. De SERV heeft gewerkt aan een structurele norm voor de begroting, maar die wordt nog niet toege- past.