REKENINGENBOEK OVER 2013
REKENHOF, OKTOBER 2014 VLAAMS PARLEMENT
STUK 36 2014-2015 – NR. 1
227
DAB FFUSH Als opvolging van zijn volkomen controle op de rekeningen 2007 van de DAB FFUSH, heeft
het Rekenhof de kwaliteit onderzocht van het jaarverslag over de werking van het fonds in 2013, dat de Vlaamse Regering aan het Vlaams Parlement bezorgde
358
. Dat verslag vertoonde geen onvolkomenheden.
EVA VMSW Gelet op het grote aandeel van de VMSW in het beleid, heeft het Rekenhof bijzondere aan
- dacht gehad voor de jaarrekening van deze rechtspersoon. Het heeft daarbij, met toepassing
van het single auditprincipe, informatie uitgewisseld met het bedrijfsrevisoraat. De rekenin- gencontrole heeft niet tot opmerkingen geleid.
15.4 Conclusie over de begrotingsuitvoering
Met zijn 742,19 miljoen euro geconsolideerde uitgaven behoort het beleidsdomein RWO tot de middelgrote beleidsdomeinen van de Vlaamse Gemeenschap. De EVA VMSW, die niet tot
de consolidatiekring behoort, vertegenwoordigde in 2013 1.884,3 miljoen euro uitgaven. Beide samen vertegenwoordigen deze entiteiten dus meer dan 2,6 miljard euro. De inanciële uitvoe-
ring van de begroting sloot voor het beleidsdomein nauw aan bij de vooropgestelde ramingen en kredieten. Het ministerie boekte een uitvoeringspercentage van ongeveer 89. De grote
rechtspersoon in het beleidsdomein, de VMSW, boekte een begrotingstekort van 309,8 mil
- joen euro. Het leeuwendeel van het geconsolideerde budget in het beleidsdomein ging naar
de IVA Wonen-Vlaanderen. Samen droegen deze twee instellingen het zwaartepunt van de controles van het Rekenhof weg. Deze controles leidden niet tot zwaarwichtige opmerkingen.
15.5 Verzekering Gewaarborgd Wonen
De Vlaamse overheid verstrekt sinds 2009 een gratis verzekering gewaarborgd wonen ge- durende tien jaar aan wie aan een aantal voorwaarden voldoet. Ze voorziet in een dekking
voor bouwers, kopers en verbouwers die onvrijwillig werkloos of arbeidsongeschikt worden en daardoor hun hypothecaire lening op hun enige woning niet meer kunnen abetalen. De
Vlaamse overheid besteedde de verzekering met een overheidsopdracht uit aan een private verzekeraar. Het eerste contract werd begin 2009 na een algemene oferteaanvraag met de
verzekeringsmaatschappij gesloten voor vijf jaar, tot 31 maart 2014. De Vlaamse overheid had zes bestekken opgevraagd, maar ontving slechts één bieding. Op 20 januari 2014 publiceerde
de Vlaamse overheid een Europese prijsaanvraag voor de verzekering gewaarborgd wonen van 1 april 2014 tot 31 maart 2019. Deze open ofertevraag leverde weer dezelfde enige bieder en
toewijzing op, zij het met premiepercentages die ongeveer 5 lager lagen dan die in het vorige contract
359
. Het agentschap Wonen-Vlaanderen kreeg in 2013 13.643 aanvragen voor de gratis verzekering
gewaarborgd wonen, dubbel zoveel als in 2012. Van 1 april 2009 tot 31 maart 2014 betaalde de
358
Artikel 29 van het decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1993.
359
De daling van de gemiddelde premie wordt geraamd op 40 à 45 euro per polis.
Vlaamse overheid de verzekeraar 36,6 miljoen euro. De verzekeraar betaalde voor schadeaan- giften tot 31 december 2013 in 1.031 dossiers 3,7 miljoen euro uit.
Wonen-Vlaanderen onderzocht niet vooraf de schadestatistieken van de voorbije vijf jaar en vormde zich dus geen beeld of maakte geen raming van wat de verzekering de Vlaamse
overheid theoretisch kon of mocht kosten. Het onderzocht evenmin eventuele alternatieven. Hoewel een aanbestedende overheid over een zekere discretionaire bevoegdheid beschikt,
mocht een dergelijk vooronderzoek van een zorgvuldige en zuinige overheid ook worden ver
- wacht in het licht van de plaatsing van overheidsopdrachten. Artikel 21 van het koninklijk
besluit van 15 juli 2011 gelast bv. een prijzenonderzoek. Het ontbreken ervan doet besluiten dat Wonen-Vlaanderen niet naging of de aangeboden prijzen geen abnormaal of onaanvaardbaar
karakter vertoonden en of in dit kader mogelijk passende maatregelen niet waren aangewe -
zen, zoals de stopzetting van de gunningsprocedure of een overschakeling naar een onder -
handelingsprocedure zonder bekendmaking
360
.
15.6 Fonds voor de inanciering van de VMSW
Op 13 januari 2012 keurde de Vlaamse Regering een besluit goed tot vaststelling van nadere regels voor de bijdragen van de sociale woonactoren in de inanciering van de VMSW. Dat be-
sluit trad in werking op 1 januari 2012. Het droeg de VMSW op een intern inancieringsfonds op te richten waarin het alle inkomsten uit en uitgaven voor haar beheersvergoeding afzon
- derlijk dient te boeken. De onderstaande tabel toont de evolutie van de samenstelling van het
fonds voor de inanciering van de VMSW in 2012 en 2013.
in euro Bewegingen 2012
Bewegingen 2013 2012 + 2013
Som beheersvergoedingen 10.358.043,88
10.726.196,22 21.084.240,10
op leningen 5.478.023,55
5.076.368,73 10.554.392,28
op verhuuractiviteiten 4.376.587,75
4.886.720,45 9.263.308,20
op verkoopactiviteiten 484.207,85
1.106.258,85 1.590.466,70
Marge 19.224,73
266.803,56 286.028,29
attesteringen 0,00 8.060,00 8.060,00
SVKs 0,00
280.231,74 280.231,74
forfait en korting 0,00
-898.247,11 -898.247,11
Afname uit het fonds 14.105.621,69
14.304.000,00 28.409.621,69
Waardevermindering =tekort -3.747.577,81
-3.577.803,78 -7.325.381,59
Saldo fonds
0,00 0,00 0,00
Einde 2012 en 2013 nam de VMSW meer uit het fonds op, dan het fonds aan beheersvergoedin -
gen ophaalde. Daarom legde de raad van bestuur voor beide jaren een waardevermindering aan voor het verschil. De maatschappij heeft op 12 november 2013 een verslag opgemaakt
waarin zij de toekomst inschatte. Volgens dat verslag zou de vertraging in de verwerking van de consolidaties van de leningen in 2012 en 2013 leiden tot ongeveer 6 miljoen euro nog te in
- nen beheersvergoeding op consolidaties. Dat zou het tekort van het fonds eind 2013 tot 1 mil-
joen euro terugbrengen. Nog volgens dit verslag zou de VMSW de afgelopen jaren voldoende leningen hebben vastgelegd om tot een toereikende beheersvergoeding te komen. De nog niet
geconsolideerde leningen zouden de komende drie jaren een beheersvergoeding opleveren
360
Art. 26, §1, 1., e., van de wet op overheidsopdrachten van 15 juni 2006 maakt dat mogelijk in situaties waarin alleen onaanvaardbare prijzen zijn ingediend en de continuïteit van de dienstverlening moet worden verzekerd.