Conclusies DAB Minafonds: uitgaven van de Openbare Vlaamse

De Scheepvaart en Waterwegen en Zeekanaal Ook voor de controle op de rekeningen 2013 van De Scheepvaart en Waterwegen en Zeekanaal steunde het Rekenhof op de controles door de bedrijfsrevisor van de begrotings- en de be- drijfseconomische rekeningen en de toelichting daarbij. De bedrijfsrevisor van WZ heeft een voorbehoud geformuleerd over de ESR-rapportering, meer bepaald over het niet simultaan boeken van de rubrieken te ontvangen facturen en op te maken creditnota’s , alsook over herclassiicaties in de uitvoeringsrekening van de begroting. Het Rekenhof sluit zich daarbij aan. Het agentschap WZ heeft een aantal leveringen en pres - taties uit 2013 wel bedrijfseconomisch geboekt als te ontvangen facturen, maar het heeft ze, in strijd met artikel 26 van het rekendecreet, niet aangerekend in de uitvoeringsrekening van de begroting 2013, maar doorgeschoven naar 2014. De doorgeschoven aanrekeningen stegen bovendien tot 42,8 miljoen euro door onvoldoende vastleggingskredieten. De uitvoerings- rekening 2013 bevatte zelf 41,7 miljoen euro verplichtingen uit voorgaande jaren. Ook het overzicht van de openstaande verbintenissen op volume 23 van de jaarrapportering was on - volledig. Het Rekenhof maant WZ dan ook aan haar interne administratieve organisatie te verbeteren, opdat zij de volledigheid van de te ontvangen facturen kan waarborgen 335 . De Vlaamse minister van Financiën en Begroting ging op 9 juli 2014 akkoord met de opmer- kingen van het Rekenhof en deelde mede dat WZ door een aanpassing van de boekhoudsoft - ware vanaf eind 2014 facturen die de goedkeuringslow nog niet volledig doorlopen hebben, toch zal kunnen aanrekenen op het verefeningskrediet van het begrotingsjaar waarop de prestatie betrekking heeft, met uitzondering van betwiste facturen, aangezien die geen vast - staande bedragen betrefen. WZ zal ook een leidraad opstellen voor de gestructureerde waardebepaling van te ontvangen facturen. De bedrijfsrevisor bij De Scheepvaart heeft geen voorbehoud geformuleerd bij de jaarreke- ning. Het Rekenhof merkte op dat ook DS een aantal transacties, onder meer bij de uitvoering van overheidsopdrachten, laattijdig aanrekende in de uitvoeringsrekening van de begroting wegens onvoldoende vastleggingskredieten. Daardoor zijn de uitgaven in de uitvoeringsreke- ning onderschat met ongeveer 6,7 miljoen euro en is ook het overzicht van de openstaande verbintenissen onderschat met dit bedrag. De Vlaams minister van Financiën en Begroting heeft op 9 juli 2014 geantwoord dat de onder- schattingen te wijten zijn aan een onprecieze raming van de overlowkredieten in 2012, waar- door een aantal dossiers werden verschoven naar 2013. Dat leidde tot ontoereikende vastleg- gings- en verefeningskredieten in 2013. De Scheepvaart heeft volgens de minister maatregelen genomen voor een correcte aanrekening in de toekomst: een snellere en betere dossieropvol - ging door de dossierbeheerders, de implementatie van e-Delta en de koppeling ervan met het inancieel systeem, de creatie van een reserve op de vastleggings- en verefeningskredieten voor onvoorziene uitgaven en afspraken met derden over de goedkeuring van dossierstukken. 335 Als op 31 december nog geen factuur voorhanden is voor de levering van een goed of dienst die plaatsvond in het af- gelopen boekjaar, dan moet de kost of investering op grond van een verantwoordingsstuk op het afgelopen boekjaar worden geboekt in de rekening te ontvangen facturen. Die aanrekening moet overeenkomstig het principe van simul- taan boeken, ook plaatsvinden op het verefeningskrediet van het afgelopen begrotingsjaar. REKENINGENBOEK OVER 2013 REKENHOF, OKTOBER 2014 VLAAMS PARLEMENT STUK 36 2014-2015 – NR. 1 207 BAM De bedrijfsrevisor van de BAM formuleerde geen voorbehoud. Ook de controle van het Rekenhof gaf geen aanleiding tot opmerkingen.

14.4 Conclusie over de begrotingsuitvoering

Met zijn 2.948,9 miljoen euro geconsolideerde uitgaven behoort het beleidsdomein MOW tot de grotere beleidsdomeinen van de Vlaamse Gemeenschap. De inanciële uitvoering van de begroting sloot voor het beleidsdomein nauw aan bij de vooropgestelde ramingen en kredie - ten. Het leeuwendeel van het budget in het beleidsdomein ging, behalve naar het ministerie, naar het VIF en De Lijn. Deze entiteiten droegen dan ook het zwaartepunt van de contro- les van het Rekenhof weg. Het Rekenhof stelde bij het ministerie, het VIF, Waterwegen en Zeekanaal en De Scheepvaart laattijdige aanrekeningen vast, waardoor een gedeelte van de uitgaven doorschoof naar een volgend begrotingsjaar. Bij het ministerie en het VIF lag de le - veranciersschuld eind 2013 daardoor in werkelijkheid structureel hoger dan uit de rekeningen blijkt. De controles op de transacties van het ministerie brachten een aantal tekortkomingen in de administratieve organisatie aan het licht, zoals een niet opgevolgd dienstorder, onduide - lijkheid over de vergoedingen aan de havens in het kader van de zeesluizen en de gebrekkige opvolging van vastleggingen. De Lijn hield ten slotte haar resultaat in evenwicht dankzij een aantal eenmalige efecten.

14.5 Openstaande vorderingen bij de DAB Vlaams Infrastructuurfonds

14.5.1 Inleiding

In 1992 heeft de decreetgever de dienst met afzonderlijk beheer Vlaams Infrastructuurfonds VIF opgericht 336 om bij te dragen in de inanciering van het openbare werken- en vervoer- beleid van het Vlaams Gewest. Het ontvangt daarvoor jaarlijks een algemene dotatie en een aantal decretaal toegewezen inkomsten, zoals concessievergoedingen, retributies, Europese subsidies, vergoedingen voor watercaptatie, inkomsten uit grondverkoop, boetes en schade - vergoedingen. Een aanzienlijk deel van de openstaande vorderingen van het beleidsdomein MOW in Orain situeert zich bij deze DAB. Het Rekenhof onderzocht daarom de tijdige boe- king en de waardering van deze vorderingen, alsook de opvolging en het beheer ervan.

14.5.2 Openstaande VIF-vorderingen

De onderstaande tabel overziet de vorderingen en ontvangsten van het VIF in de periode 2009-2013 volgens de uitvoeringsrekening. 336 Artikel 57-59 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992.