Kas-, Schuld- en Waarborgbeheer

Het verslag van het onderzoek van de algemene rekeningen 2013 geeft op een globale wijze een overzicht weer van de uitvoering van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap in 2013. Het verslag is op 15 juli 2014 aan het Vlaams Parlement voorgelegd en toegelicht in de commissie Algemeen Beleid, Financiën en Begroting op 14 oktober 2014. Het rekeningenboek over 2013 gaat dieper in op dat verslag en geeft per beleidsdomein een gedetailleerd overzicht van: • de begrotingsuitvoering in 2013, • de resultaten van de controle op de rekeningen van de Vlaamse rechtspersonen, • inancieel-thematische onderzoeken. Actualisatie van de cijfers in het verslag van het Rekenhof over de algemene rekeningen 2013 In het verslag houdende de algemene rekeningen 2013 zijn de cijfers met betrekking tot het geconsolideerde vorderingensaldo van de Vlaamse Gemeenschap opgesteld overeenkomstig de ESR95-methodologie die op dat moment van toepassing was. Vanaf september 2014 moet de nieuwe Europese standaard ESR 2010 worden toegepast als referentiekader voor de opmaak van de nationale rekeningen. Het Instituut voor de Nationale Rekeningen INR heeft de bestaande ESR95-statistieken herwerkt om ze in overeenstem- ming te brengen met de nieuwe standaard ESR 2010. In zijn publicatie ESR 2010 – Het nieuwe referentiekader voor de nationale rekeningen van september 2014 beschrijft het INR omstandig welke veranderingen de overschakeling naar ESR 2010 met zich brengt. Een aantal van die wijzigingen hebben een belangrijke impact op het vorderingensaldo en de geconsolideerde schuldpositie van de Vlaamse overheid. • De deinitie van de perimeter van de overheid wordt verruimd, waardoor het aantal enti- teiten met de sectorclassiicatie deelstaatoverheid aanzienlijk uitbreidt. In de lijst van de eenheden van de overheidssector van april 2014 werden de meeste entiteiten van de in - vesteringsgroepen PMV en LRM geïntegreerd binnen de sector Vlaamse deelstaatoverheid S13.12. In de recente lijst van september 2014 wordt de Vlaamse overheid verder uitgebreid met de sociale huisvestingsmaatschappijen VMSW en VWF en de erkende kredietmaat - schappijen EKM’s. • De investeringen van sommige publiek-private samenwerkingsverbanden PPS moeten voortaan op de balans van de overheid worden aangerekend op het moment waarop de in - vesteringen plaatsvinden in plaats van op het moment dat de beschikbaarheidsvergoeding wordt gefactureerd. • Voorwaardelijke investeringsbijdragen moeten voortaan worden aangerekend op het ogen- blik dat de verplichting tot betaling ontstaat. Meestal valt dat samen met het moment waarop het onderliggende investeringsproject is uitgevoerd. Die wijziging zorgt ervoor dat de projecten inzake alternatieve inanciering van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden VIPA niet langer gespreid in resultaat kunnen wor - den genomen, maar al op het moment van de investering moeten worden aangerekend.