REKENINGENBOEK OVER 2013
REKENHOF, OKTOBER 2014 VLAAMS PARLEMENT
STUK 36 2014-2015 – NR. 1
109
al deze soorten saldi verrekend en binnen eenzelfde universiteit werden deze saldi evenmin met alle hogescholen verrekend. De onderstaande tabel geeft de impact van deze verreke-
ningen weer. De KU Leuven boekte de saldi, zoals vermeld in hun toelichting, niet langs het resultaat, zoals de andere universiteiten, maar langs het eigen vermogen.
in miljoen euro Universiteit
UAntwerpen UGent
UHasselt KU Leuven
Impact 0,3
1,8 0,1
5,8
8.7.8 Studentenvoorzieningen
De hogescholen ontvingen voor 2013 de sociale toelagen nog volledig. De ingekantelde stu- denten bleven meestal gedeeltelijk gebruik maken van de hogeschoolvoorzieningen, voor
- namelijk waar het onderwijs bleef plaatsvinden op de vroegere hogeschoolcampus. In andere
gevallen organiseerde de universiteit de studentenvoorzieningen volledig. Alle universiteiten en hogescholen regelden de transfer van inanciële middelen daarvoor op gelijke wijze in een
protocol
168
: de sociale toelage komt toe aan de aanbieder van de voorziening. Als de universi -
teit dus de studentenvoorziening voor het vierde kwartaal van 2013 aanbood, transfereerde de hogeschool de uitkering ervoor naar de universiteit. Deze werkwijze zou ook worden gehan-
teerd vanaf 1 januari 2014
169
. De impact op de jaarrekening 2013 was beperkt. Zij bedroeg bij geen enkele universiteit meer dan 0,3 miljoen euro.
8.7.9 Terreinen, gebouwen, roerende goederen, …
Vaak blijven de nieuwe studenten les volgen in gebouwen waarvan de hogeschool eigenaar is of erfpachtnemer. Dan is een regeling voor deze gebouwen vereist. De UAntwerpen, UGent
en KU Leuven kenden geen eigendomsoverdracht, maar werken met een gebruiksrecht om niet bij UAntwerpen en UGent. Dat heeft geen impact op de balans 2013. Ook de VUB en
UHasselt hanteren een gebruiksrecht voor bepaalde gebouwen, maar bij deze universitei
- ten vond voor sommige gebouwen ook een eigendomsoverdracht plaats. De VUB had deze
overdracht nog niet geinaliseerd in 2013, zodat ook daar nog geen impact op de balans 2013 bestond. De UHasselt kende al een deinitieve eigendomsoverdracht én een overdracht van
erfpacht. Dat gebeurde om niet. De UHasselt waardeerde deze gebouwen, zoals vermeld in de waarderingsregels, niet op de balans. In de toekomst kunnen noodzakelijke investeringen in
deze gebouwen aanzienlijke kosten meebrengen
170
. Zowel de KULeuven zij het slechts één toestel, UGent, UAntwerpen als UHasselt namen
roerende goederen over wetenschappelijke apparatuur, uitrustingsgoederen, enz.. Bij de laatstgenoemde drie universiteiten gebeurde dat om niet. Bij de KULeuven en de UGent was
er een impact van respectievelijk 0,3 en 7,3 miljoen euro op het materieel vast balansactief. De UGent heeft meegedeeld dat ze de overgenomen activa niet fysiek controleerde, wat aan-
168
Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 29 juni 2012 betrefende de studentenvoorzieningen in Vlaanderen.
169
Dat heeft als gevolg dat de universiteiten aan de hogescholen zullen betalen voor het aanbieden van studentenvoor- zieningen aan hun studenten op de hogeschoolcampus. Soms betreft het een forfaitair bedrag, soms een berekend
variabel bedrag.
170
Als een universiteit bv. beslist het hogeschoolgebouw aan te kopen of als een universiteit een nieuw lesgebouw wil bouwen voor ingekantelde studenten in plaats van ze les te laten volgen in een gebouw van de hogeschool.
gewezen was gelet op de omvang van de operatie. De UAntwerpen en de UHasselt boekten de overgenomen activa niet, zoals zij vermeldden in de waarderingsregels. Nochtans hadden zij
niet alle een boekwaarde nul. Een overname om niet had dus bij de ene universiteit een efect op de balans en bij de andere niet. De VUB kreeg een gebruiksrecht om niet op de betrokken
roerende goederen.
8.7.10 Toekomstige kosten
De UAntwerpen en de KU Leuven hebben voorzieningen
171
aangelegd voor toekomstige in -
kantelingskosten. Niet alle universiteiten verwachten dus nog waarschijnlijke of zekere kos -
ten. De UAntwerpen heeft 3,1 miljoen euro inkantelingsvoorzieningen op de balans geplaatst: 0,5 miljoen euro voor verhuiskosten, 0,5 miljoen euro voor veiligheidsrisico’s, 0,8 miljoen euro
voor de afrekeningen 2013 met de hogescholen en 1,3 miljoen euro voor gebouwen. Bij de KU Leuven gaat het om 8,6 miljoen euro voor verwachte projectuitgaven vooral voor aanpassin
- gen aan de IT-systemen en beheers- en administratieve processen.
De afrekeningen van de universiteiten met de hogescholen waren niet altijd deinitief. Soms steunden zij op voorlopige cijfers en zou een deinitieve afrekening in 2014 volgen. De
UAntwerpen en de VUB werkten deels op basis van een nog niet ondertekende overeen -
komst en de UGent kende nog twistpunten over enkele afrekeningen. Gesprekken met uni -
versiteitsvertegenwoordigers wezen evenwel uit dat eventuele bijsturingen beperkt van draag -
wijdte zouden zijn. Het is aangewezen in ieder geval deinitieve afrekeningen te maken.
8.7.11 Besluit
De impact van de inkanteling was bij de ene universiteit groter dan bij de andere. De omvang van de operatie, maar ook instellingsspeciieke regelingen zijn daarbij determinerende facto-
ren. De universiteiten verwerken identieke verrichtingen op verschillende wijze in hun jaar- rekening, zoals de verwerking van de personeelskosten voor het integratiekader, de overname
van vaste activa van de hogeschool of de saldi uit het verleden.
8.7.12 Aanbevelingen
• De UAntwerpen en de VUB moeten zorgen voor ondertekende inanciële overeenkomsten met de betrokken hogescholen.
• Wanneer de afrekening voor het vierde kwartaal 2013 op voorlopige basis gebeurde, dient een deinitieve afrekening te volgen.
• Identieke verrichtingen dienen boekhoudkundig, met het oog op transparantie en onder- linge vergelijkbaarheid, zoveel mogelijk op dezelfde manier te worden verwerkt.
171
Besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 betrefende de boekhouding, de jaarrekening, het rekenin- genstelsel en de controle voor de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, artikel 37, eerste lid: De voorzieningen
voor risicos en kosten beogen naar hun aard duidelijk omschreven verliezen of kosten te dekken die op de balansdatum waarschijnlijk of zeker zijn, maar waarvan het bedrag niet vaststaat.