Vlaamse overheid de verzekeraar 36,6 miljoen euro. De verzekeraar betaalde voor schadeaan- giften tot 31 december 2013 in 1.031 dossiers 3,7 miljoen euro uit.
Wonen-Vlaanderen onderzocht niet vooraf de schadestatistieken van de voorbije vijf jaar en vormde zich dus geen beeld of maakte geen raming van wat de verzekering de Vlaamse
overheid theoretisch kon of mocht kosten. Het onderzocht evenmin eventuele alternatieven. Hoewel een aanbestedende overheid over een zekere discretionaire bevoegdheid beschikt,
mocht een dergelijk vooronderzoek van een zorgvuldige en zuinige overheid ook worden ver
- wacht in het licht van de plaatsing van overheidsopdrachten. Artikel 21 van het koninklijk
besluit van 15 juli 2011 gelast bv. een prijzenonderzoek. Het ontbreken ervan doet besluiten dat Wonen-Vlaanderen niet naging of de aangeboden prijzen geen abnormaal of onaanvaardbaar
karakter vertoonden en of in dit kader mogelijk passende maatregelen niet waren aangewe -
zen, zoals de stopzetting van de gunningsprocedure of een overschakeling naar een onder -
handelingsprocedure zonder bekendmaking
360
.
15.6 Fonds voor de inanciering van de VMSW
Op 13 januari 2012 keurde de Vlaamse Regering een besluit goed tot vaststelling van nadere regels voor de bijdragen van de sociale woonactoren in de inanciering van de VMSW. Dat be-
sluit trad in werking op 1 januari 2012. Het droeg de VMSW op een intern inancieringsfonds op te richten waarin het alle inkomsten uit en uitgaven voor haar beheersvergoeding afzon
- derlijk dient te boeken. De onderstaande tabel toont de evolutie van de samenstelling van het
fonds voor de inanciering van de VMSW in 2012 en 2013.
in euro Bewegingen 2012
Bewegingen 2013 2012 + 2013
Som beheersvergoedingen 10.358.043,88
10.726.196,22 21.084.240,10
op leningen 5.478.023,55
5.076.368,73 10.554.392,28
op verhuuractiviteiten 4.376.587,75
4.886.720,45 9.263.308,20
op verkoopactiviteiten 484.207,85
1.106.258,85 1.590.466,70
Marge 19.224,73
266.803,56 286.028,29
attesteringen 0,00 8.060,00 8.060,00
SVKs 0,00
280.231,74 280.231,74
forfait en korting 0,00
-898.247,11 -898.247,11
Afname uit het fonds 14.105.621,69
14.304.000,00 28.409.621,69
Waardevermindering =tekort -3.747.577,81
-3.577.803,78 -7.325.381,59
Saldo fonds
0,00 0,00 0,00
Einde 2012 en 2013 nam de VMSW meer uit het fonds op, dan het fonds aan beheersvergoedin -
gen ophaalde. Daarom legde de raad van bestuur voor beide jaren een waardevermindering aan voor het verschil. De maatschappij heeft op 12 november 2013 een verslag opgemaakt
waarin zij de toekomst inschatte. Volgens dat verslag zou de vertraging in de verwerking van de consolidaties van de leningen in 2012 en 2013 leiden tot ongeveer 6 miljoen euro nog te in
- nen beheersvergoeding op consolidaties. Dat zou het tekort van het fonds eind 2013 tot 1 mil-
joen euro terugbrengen. Nog volgens dit verslag zou de VMSW de afgelopen jaren voldoende leningen hebben vastgelegd om tot een toereikende beheersvergoeding te komen. De nog niet
geconsolideerde leningen zouden de komende drie jaren een beheersvergoeding opleveren
360
Art. 26, §1, 1., e., van de wet op overheidsopdrachten van 15 juni 2006 maakt dat mogelijk in situaties waarin alleen onaanvaardbare prijzen zijn ingediend en de continuïteit van de dienstverlening moet worden verzekerd.
REKENINGENBOEK OVER 2013
REKENHOF, OKTOBER 2014 VLAAMS PARLEMENT
STUK 36 2014-2015 – NR. 1
229
van 35 miljoen euro 13,9 miljoen euro in 2014, 16,2 miljoen euro in 2015 en 4,6 miljoen euro in 2016. Alleen de spreiding van de inning is nog niet gekend, aangezien zij ahangt van het
consolidatiemoment. Ook voor de nog vast te leggen volumes van de uitvoeringsprogramma’s tot en met 2020, zou het inancieringsfonds voldoende beheersvergoedingen ontvangen.
Uitgaande van ongeveer 20 miljoen euro werkingskosten en 0,9 miljoen euro opbrengsten uit andere vergoedingen, dekt de beheersvergoeding maar 70 van de werkingskosten van
de VMSW. De VMSW kan haar beheersvergoeding verhogen als ze op objectieve basis een stijging van haar werkingskosten kan verantwoorden, na advies van het Overlegplatform
Sociaal Wonen, dat de minister nog moet oprichten, en nadat ze de minister op de hoog
- te heeft gebracht
361
. Volgens de VMSW vormen de werkdruk en de inanciële risico’s als ge- volg van het grond- en pandenbeleid voldoende argumenten voor een verhoging van haar
beheersvergoeding.
De evolutie van het inancieringsfonds van de VMSW zal voor de sociale huisvestingsmaat- schappijen de komende jaren voor bijkomende uitgaven plaatsen. Zij zullen behalve de be
- staande beheersvergoeding, ook nog eens de achterstallen van 2012 en 2013 samen 7,3 miljoen
euro moeten betalen. Ook zal de beheersvergoeding aan de VMSW waarschijnlijk stijgen.
15.7 Grondvoorraad van de VMSW
Vorig jaar heeft het Rekenhof de grondvoorraad van de VMSW onderzocht. Voor de gronden verworven langs sociale last
362
en gronden verworven langs het rollend grondfonds heeft het zijn onderzoek geactualiseerd.
Gronden verworven via sociale last Op 7 november 2013 vernietigde het Grondwettelijk Hof de uitvoering van de sociale last met
terugwerkende kracht. Het deed daarmee de verplichte overname door de VMSW als laatste in de rij, teniet. De VMSW had tot het arrest in dit verband een twaalftal gronden verplicht
aangekocht, voor ongeveer 1,87 miljoen euro, en 35 dossiers zijn nog lopende. Daarvan kon de VMSW er al een derde stopzetten met een besluit tot niet aankoop in onderling akkoord. De
andere dossiers zijn nog hangende.
Voor de al aangekochte gronden deed zich een positieve evolutie voor. Een gegund proefpro -
ject met een design and build -formule in West-Vlaanderen stond de VMSW toe de minder
kwalitatieve gronden toch te ontwikkelen met sociale woningen. De interesse bij de sociale huisvestingsmaatschappijen bleek duidelijk aanwezig. De VMSW zal ook in de andere provin-
cies gelijkaardige initiatieven nemen.
Door de vernietiging van de cascaderegeling loopt de VMSW voorlopig geen verplicht inanci- eel risico meer, in afwachting van een eventueel hersteldecreet. De maatschappij maakt zich
sterk dat er voldoende interesse is om op de huidige voorraad gronden een sociaal woonaan -
bod te creëren.
361
Artikel 12 van het besluit van 13 januari 2012.
362
Artikel 4.1.25 van het decreet van 27 maart 2009 betrefende het grond- en pandenbeleid.
Gronden verworven via het rollend grondfonds De problematiek kende het afgelopen jaar dus nauwelijks evolutie. Het protocol met uitvoe-
ringsmodaliteiten dat zij met de Vlaamse ministers van Wonen en Begroting moet sluiten laat op zich wachten. Dat bemoeilijkt het rollend karakter van het fonds, want het protocol is
onder meer wenselijk voor grondverkopen door de VMSW. De VMSW heeft dit gemeld in haar nota aan de volgende Vlaamse Regering.
15.8 Reële beleidsruimte onroerend erfgoed
Inleiding
Het onderzoek naar de werkelijke beleidsruimte inzake monumentenzorg leidde tot de vol -
gende aanbevelingen in het rekeningboek over 2012: • Begrotingen en rekeningen moeten aangeven welke klassieke restauratiepremiedossiers op
de wachtlijst komen, welke dossiers onder een meerjarige subsidieovereenkomst vallen en hoeveel openstaande verplichtingen er zijn.
• De sectorale bepaling dat meerjarenovereenkomsten gespreid in de tijd kunnen worden vastgelegd, vergt in het licht van het rekendecreet heroverweging.
• De overheid moet de keuze van de restauratieprojecten die subsidies zullen krijgen, deug- delijk motiveren en het Vlaams Parlement daarover informeren.
Het opvolgingsonderzoek leidde tot de onderstaande bevindingen.
Beleidsbrief 2013-2014
Bijlage 5 bij de beleidsbrief 2013-2014 heeft toegelicht hoe aan de aanbevelingen van het Rekenhof gevolg zal worden gegeven. Voor een getrouw beeld van de krediettoestand zal de
memorie van toelichting bij de begroting de begrotingsimpact van de op de wachtlijst staande gewone restauratiedossiers en van de meerjarige subsidieovereenkomsten uiteenzetten en de
programmeerwijze van deze uitgaven duiden. Tot slot zullen de toekomstige meerjarige sub
- sidieovereenkomsten de totaliteit van de verbintenissen vastleggen in het jaar waarin het en
- gagement wordt aangegaan. De eerstvolgende begroting of begrotingswijziging zal uitwijzen
hoe het beleidsdomein dit engagement in de praktijk zal brengen.
Klassieke restauratiepremiedossiers
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de hangende verplichtingen op de door het Vlaams Parlement goedgekeurde vastleggingskredieten.
In miljoen euro Initieel
VAK na Openstaand
t.o.v. t.o.v. budget Aantal dossiers
VAK krediet-
bedrag voor initieel
na krediet- in afwachting
program- herschikking
vastlegging budget
herschikking van
matie vastlegging
Eind 2012 47,1
61,6 88,7
218,77 144,02
252 Eind 2013
50,3 48,3
123,7 246,14
256,34 304