REKENINGENBOEK OVER 2013
REKENHOF, OKTOBER 2014 VLAAMS PARLEMENT
STUK 36 2014-2015 – NR. 1
173
In miljoen euro Krediet
VRK Herv
Over- Totaal Uitvoering
Uitvoering na 1BC
2013 2013
drachten krediet 2013
2012 excl overlow
Rechtspersonen 109,17
- -
- 109,17
114,55 104,9 109,62
VLIF 78,83
- -
- 78,83
84,59 107,3 82,32
EV ILVO 27,24
- -
- 27,24
27,03 99,2
24,48 FIVA
2,70 -
- -
2,70 2,55
94,5 2,44
SALV 0,41
- -
- 0,41
0,38 93,2
0,37 Rechtspersonen
24,28 -
- -
24,28 24,94
102,7 buiten consolidatie
VLAM 23,73
- -
- 23,73
24,42 102,9 GUB
VILT 0,54
- -
- 0,54
0,52 95,4
GUB GUB = geen uitvoeringsrekening van de begroting
De onderstaande alinea’s controlebevindingen gaan in op de overschrijdingen bij het VLIF. De overgedragen kredieten van het begrotingsprogramma KBO-KD alle variabele kredieten
zijn nagenoeg niet aangewend en werden naar het volgende jaar overgedragen.
12.3 Controlebevindingen
Rechtspersonen Gelet op het budgettaire belang van het VLIF in het beleidsdomein, heeft het Rekenhof bij
- zondere aandacht gehad voor de rekeningen 2013 van deze rechtspersoon. Het stelde vast dat
het VLIF in het boekjaar 2013 prioriteit heeft gegeven aan de uitzuivering van de debiteu -
renadministratie, waarmee het tegemoetkwam aan een bij voorgaande rekeningencontroles weerkerende opmerking van het Rekenhof. Deze uitzuivering resulteerde onder meer in een
aanzienlijke abouw van het onverklaarbare reconciliatieverschil. De inhaalbeweging heeft echter haar einddoel nog niet bereikt. Het Rekenhof dringt dan ook aan op de inalisering
ervan. De minister heeft op 1 juli 2014 verdere stappen in 2014 in het vooruitzicht gesteld. De uitzuivering van de debiteurenadministratie ging gepaard met tal van correctieboekingen,
waarin de begrotingsopmaak echter niet had voorzien. Daardoor vertoont de uitvoerings- rekening van de VLIF-begroting op verschillende plaatsen overschrijdingen. Vergelijkbare
overschrijdingen deden zich ook aan de ontvangstenzijde voor. Het VLIF heeft ze voldoende toegelicht. Zij zouden na de inalisering van de uitzuiveringsoperaties een uitdovend karakter
moeten kennen.
Het Rekenhof heeft bij het onderzoek van de rekeningen 2013 van het FIVA zijn controle toe -
gespitst op de inhoudelijke behandeling van FIVA-steunverleningsdossiers. Het FIVA heeft in 2013 in totaal 2,55 miljoen euro steun uitbetaald, tegenover 2,44 miljoen
euro in 2012. Het betrof 90.000 euro rentesubsidies
257
, 1,22 miljoen euro kapitaalpremies voor de modernisering van de vissersvloot, 1,03 miljoen euro projectsubsidies en enkele kleine
subsidies voor havenuitrustingen 40.000 euro. Voor een toegekende waarborg betaalde het FIVA in 2013 0,16 miljoen euro uit.
257
De rentesubsidies nemen stelselmatig af doordat sinds 2007 geen nieuwe rentesubsidies meer worden toegekend.
Meestal ging de FIVA-steunverlening gepaard met steun van het Europees Visserijfonds EVF. In 2013 ontvingen 48 projecten in totaal 1,46 miljoen euro EVF-toelagen. Vlaanderen
kende bij het einde van het planprogramma al 75,03 van de voorziene middelen voor België 26,26 miljoen euro aan allerhande projecten toe. Het kan in principe nog tot eind 2015 EVF-
steun toekennen. De subsidieverlening en de interne controle daarop functioneren op hoofd- lijnen behoorlijk. Het Rekenhof stelde wel een aantal kleinere tekortkomingen vast:
• Het FIVA en het EVF betoelaagden het project studie naar de commercialisering van de
Belgische of-shore hangmosselcultuur voor in totaal 1,04 miljoen euro. Uit een om diver- se redenen laattijdig uitgevoerd onderzoek van het departement, bleek dat de exploitatie
van de betrokken mosselkooien niet rendabel was. Aangezien was overeengekomen dat de installaties en de uitrusting niet mochten worden vervreemd gedurende een periode van
vijf jaar na indieningsdatum, kon de administratie om die reden de uitbetaalde steun niet terugvorderen. Een meer proactieve opvolging van dit project had de uitbetaling van een
gedeelte van de middelen kunnen vermijden.
• De uitvoeringstermijnen voor gesubsidieerde projecten werden in sommige dossiers laat- tijdig of zonder uitdrukkelijk akkoord verlengd. Het FIVA beoordeelde enkele laattijdige
aanvragen om subsidie-uitbetaling door potentieel begunstigden vrij soepel. • De uitbetaling van een aantal subsidieschijven vond plaats zonder dat alle afgesproken tus-
sentijdse prestaties waren geleverd. • De voorschotteninanciering van de Vlaamse coinanciering bij EVF-betoelaging was voor
de Vlaamse overheid meestal minder gunstig geregeld dan de EVF-betoelaging. • Het FIVA controleerde bij de uitwinning van zijn waarborg te laat de eventuele insolvabili-
teit of vervreemding van goederen van de betrokken reder. Een aangepast ministerieel besluit van 12 november 2013
258
heeft onder impuls van de Europese Commissie ten slotte de uitsluiting van FIVA- en EVF-subsidies opgeheven van Nederlandse
vissers die onder de Belgische vlag varen.
12.4 Conclusies over de begrotingsuitvoering
De uitvoering van de begroting door het beleidsdomein Landbouw en Visserij sloot vrij goed aan bij de vooropgestelde ramingen en kredieten, op een relatief aanzienlijke budgetover
- schrijding van het VLIF na 107,3. In het beleidsdomein heeft het Rekenhof zijn rekenin
- gencontroles vooral toegespitst op de entiteit VLIF. Het fonds tekende een aantal afwijkingen
op die hoofdzakelijk te wijten zijn aan correcties in de debiteurenadministratie. Het Rekenhof onderzocht ook de subsidie- en waarborgverlening door het FIVA voor duurzame visserij.
Deze steunverlening bleek in 2013 behoorlijk te functioneren. De interne controle en de dos- sieropvolging door het FIVA vertoonden echter een aantal kleinere tekortkomingen.
258
Ministerieel besluit van 12 november 2013 tot wijziging van artikel 3bis en 3ter van het ministerieel besluit van 14 juli 1998 betrefende de steun aan de investeringen en aan de installatie in de visserij- en de aquicultuursector.
REKENINGENBOEK OVER 2013
REKENHOF, OKTOBER 2014 VLAAMS PARLEMENT
STUK 36 2014-2015 – NR. 1
175
12.5 Aanbevelingen
• Het VLIF dient de uitzuivering van zijn debiteurenadministratie zo snel mogelijk te inaliseren.
• Het FIVA dient de gesubsidieerde projecten proactief op te volgen en zijn interne controle te versterken. Het dient hierbij de voorschottenregeling voor de Vlaamse coinanciering bij
EVF-betoelaging verder te optimaliseren.