Aanbevelingen Vlaamse hogescholen: aankoopstructuur- en procedures

in miljoen euro Universiteit UAntwerpen VUB UGent UHasselt KU Leuven Impact op personeelskost 0,8 0,1 0,6 0,1 2,0 Rangschikking in het zelfstandig academisch personeel van de universiteiten De universiteiten konden de leden van het onderwijzend personeel uit het integratiekader rangschikken in een graad van het zelfstandig academisch personeel ZAP of het administra - tief en technisch personeel van het universitaire kader. De hogescholen werden voor de per- soneelsleden nog gesubsidieerd langs de werkingsuitkering, maar bij de rangschikking in het ZAP kwamen deze personeelsleden op de loonlijst van de universiteit. Alleen de UGent zapte in 2013 in. De UGent betaalde 1,0 miljoen euro uit de eigen salarisadministratie en verrekende dat met de hogescholen. Bij de andere universiteiten vond de inzapping pas in 2014 plaats en was er dus geen invloed op de jaarrekening 2013. Gemengde lijst Sommige personeelsleden van de hogescholen konden niet eenduidig worden toegewezen aan een ingekantelde academische opleiding of een professionele opleiding die bij de ho - geschool bleef. Zij kwamen op een zogenaamde gemengde lijst. Het integratiedecreet voor - zag in een inanciële regeling voor deze lijst, maar de partners konden bij overeenkomst een andere regeling kiezen. De VUB volgt de regeling uit het decreet. Voor 2013 was er nog geen transfer naar de hogeschool. De andere universiteiten wijken af van de standaardregeling. Bij UAntwerpen en UHasselt is er amper sprake van een gemengde lijst, daar nagenoeg iedereen werd toegewezen aan de universiteit of de hogeschool. De UGent kwam met haar hogescho- len overeen ze nog een aantal jaar degressief een forfaitair bedrag te transfereren in 2013 verrekende zij 0,5 miljoen euro. De KU Leuven herziet de bijdrage voor de gemengde lijst jaarlijks naargelang de gewijzigde omstandigheden 163 . 8.7.7 Onderzoeksprojecten en saldi uit het verleden Voor de lopende onderzoeksprojecten met einddatum na 1 oktober 2013 kenden alle univer - siteiten een gelijkaardige regeling 164 : zij bepaalden een saldo voor de onderzoeksprojecten 165 en boekten dat als een vordering of schuld in. Bij de UAntwerpen, UHasselt, UGent en VUB was de nettoimpact 166 beperkt minder dan 0,3 miljoen euro, bij de KU Leuven bedroeg de opbrengst 2 miljoen euro. Behalve bij de VUB, is er bij de universiteiten ook sprake van saldi uit het verleden 167 , voorna - melijk uit afgelopen onderzoeksprojecten, maatschappelijke dienstverlening of middelen die de hogeschool de onderzoeksgroepen ter beschikking stelde. Niet alle universiteiten hebben 163 Vervat in de afrekening van de werkingstoelagen. 164 Soms met een kleine afwijking, bv. de verrekening van enkele projecten pas in 2014 of langs de werkingsmiddelen. 165 Een hogeschool kon voor een project meer kosten dan opbrengsten hebben preinanciering, maar kon ook meer opbrengsten dan kosten hebben. 166 Netto: een afrekening van een universiteit met een hogeschool kan positief zijn en met een andere negatief. 167 De terminologie verschilt: saldo kassen bij de UGent, saldi van afgelopen onderzoeksprojecten bij de UAntwerpen, reser- ves bij de UHasselt en academische vermogenscomponent: bestemde fondsen bij de KU Leuven. REKENINGENBOEK OVER 2013 REKENHOF, OKTOBER 2014 VLAAMS PARLEMENT STUK 36 2014-2015 – NR. 1 109 al deze soorten saldi verrekend en binnen eenzelfde universiteit werden deze saldi evenmin met alle hogescholen verrekend. De onderstaande tabel geeft de impact van deze verreke- ningen weer. De KU Leuven boekte de saldi, zoals vermeld in hun toelichting, niet langs het resultaat, zoals de andere universiteiten, maar langs het eigen vermogen. in miljoen euro Universiteit UAntwerpen UGent UHasselt KU Leuven Impact 0,3 1,8 0,1 5,8

8.7.8 Studentenvoorzieningen

De hogescholen ontvingen voor 2013 de sociale toelagen nog volledig. De ingekantelde stu- denten bleven meestal gedeeltelijk gebruik maken van de hogeschoolvoorzieningen, voor - namelijk waar het onderwijs bleef plaatsvinden op de vroegere hogeschoolcampus. In andere gevallen organiseerde de universiteit de studentenvoorzieningen volledig. Alle universiteiten en hogescholen regelden de transfer van inanciële middelen daarvoor op gelijke wijze in een protocol 168 : de sociale toelage komt toe aan de aanbieder van de voorziening. Als de universi - teit dus de studentenvoorziening voor het vierde kwartaal van 2013 aanbood, transfereerde de hogeschool de uitkering ervoor naar de universiteit. Deze werkwijze zou ook worden gehan- teerd vanaf 1 januari 2014 169 . De impact op de jaarrekening 2013 was beperkt. Zij bedroeg bij geen enkele universiteit meer dan 0,3 miljoen euro. 8.7.9 Terreinen, gebouwen, roerende goederen, … Vaak blijven de nieuwe studenten les volgen in gebouwen waarvan de hogeschool eigenaar is of erfpachtnemer. Dan is een regeling voor deze gebouwen vereist. De UAntwerpen, UGent en KU Leuven kenden geen eigendomsoverdracht, maar werken met een gebruiksrecht om niet bij UAntwerpen en UGent. Dat heeft geen impact op de balans 2013. Ook de VUB en UHasselt hanteren een gebruiksrecht voor bepaalde gebouwen, maar bij deze universitei - ten vond voor sommige gebouwen ook een eigendomsoverdracht plaats. De VUB had deze overdracht nog niet geinaliseerd in 2013, zodat ook daar nog geen impact op de balans 2013 bestond. De UHasselt kende al een deinitieve eigendomsoverdracht én een overdracht van erfpacht. Dat gebeurde om niet. De UHasselt waardeerde deze gebouwen, zoals vermeld in de waarderingsregels, niet op de balans. In de toekomst kunnen noodzakelijke investeringen in deze gebouwen aanzienlijke kosten meebrengen 170 . Zowel de KULeuven zij het slechts één toestel, UGent, UAntwerpen als UHasselt namen roerende goederen over wetenschappelijke apparatuur, uitrustingsgoederen, enz.. Bij de laatstgenoemde drie universiteiten gebeurde dat om niet. Bij de KULeuven en de UGent was er een impact van respectievelijk 0,3 en 7,3 miljoen euro op het materieel vast balansactief. De UGent heeft meegedeeld dat ze de overgenomen activa niet fysiek controleerde, wat aan- 168 Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 29 juni 2012 betrefende de studentenvoorzieningen in Vlaanderen. 169 Dat heeft als gevolg dat de universiteiten aan de hogescholen zullen betalen voor het aanbieden van studentenvoor- zieningen aan hun studenten op de hogeschoolcampus. Soms betreft het een forfaitair bedrag, soms een berekend variabel bedrag. 170 Als een universiteit bv. beslist het hogeschoolgebouw aan te kopen of als een universiteit een nieuw lesgebouw wil bouwen voor ingekantelde studenten in plaats van ze les te laten volgen in een gebouw van de hogeschool.